duwawa.reismee.nl

Whistler

Het is heerlijk wakker worden in Lillooet. We hebben vandaag geen lange rit te gaan vandaag. Iets van 130 km over een mooie weg, deels door de bergen. Eerst rijden we nog naar de oude brug. Hier in de buurt visten de indianen vroeger op zalm, die ze door de wind lieten drogen. Wij zien alleen de brug. Geen indianen en geen zalmen. Wel een roofvogel. Dan volgen we route 99 in zuidelijke richting. Uren lang rijden we langs de Cayoosh creek. Bij het Seton meer is een mooi uitzichtpunt, met ....... uitzicht op het meer en de spoorlijn die er langs de oever slingert. Na twee uur nemen we afscheid van de Cayoosh, net nadat de Boulder creek erin stroomt. De Cayoosh gaat de berg op. Wij rijden door. Af en toe stijgingspercentages van 13%. De Ford weert zich kranig en brengt ons bergop en er weer vanaf. Het volgende prachtige meer is Buffy lake. Aan de noordkant liggen heel veel boomstammen, die een deel van het water aan het zicht onttrekken. We rijden langs de Joffres lakes. De camping beheerdster raadde ons aan hier een uur berg op te lopen naar het eerste meer. Het tweede meer is dan weer een uur berg op. Daar eindigt dan de gletsjer. Moet heel erg mooi zijn. Maar we vinden het te warm. Via Pemberton slingert de weg naar Whistler.

Al snel vinden we de camping waar we 5 jaar geleden stonden. Helaas geen vrije plaatsen meer. En we hebben niet gereserveerd. Er ligt een A4’tje met alternatieven. Er staan er een aantal op de weg waar we vandaan kwamen. Maar dat waren erg simpele campings. Zelfs de camping waar we vandaan komen staat op de lijst.... We beproeven ons geluk in zuidelijke richting. Ruim 25 km verder is Whistler rv park gelegen op een berg. Te bereiken via een steile weg met een paar haarspeld bochten. De volgende twee alternatieven hebben geen water, elektriciteit of dumpstation. Maar gelukkig er is plek. Full hook up. Het enige wat ontbreekt is wifi. Heerlijk.

We zoeken ons plekje. Er zijn ook nog gratis rustieke douches. Houten blokhutjes. We hebben zicht over de vallei naar het skigebied van Whistler. Door de warmte is er bosbrand gevaar. Dus vuur stoken mag niet. We warmen de Frankfurters dan maar au bain marie op, met gebruik van het gasfornuis. De laatste boterhammen moeten er aan geloven. Net als de laatste melk. Met gevulde magen rijden we naar Whistler. De grote parkeerplaats heeft nog genoeg plek voor onze 10 m lange camper. Bij Wessel, Duco en Peter komen de herinneringen weer naar boven. Na vijf jaar is er nog weinig vervaagd in ons brein. We lopen eerst naar de kabelbaan om kaartjes voor morgen te kopen. In tegenstelling tot wat we vanmorgen op de radio hoorden zijn ze geen 89, maar 60 CAD per persoon??? Het zal wel kloppen. Ondanks de hoge temperatuur slenteren we gestaag door het gezellige centrum. Hier en daar worden schoenen, kleding en een houten elandenkop voor in de kerstboom gekocht. Ijskoffie lest de dorst en met de voeten in een fontein zorgt ook voor verkoeling. Des werelds beste ijs kopen we bij Cow Icecream. Altijd lekker, maar dit ijs is super lekker. Na enig dwalen en de weg vragen komen we toch bij een supermarkt, Independent. Helaas is de parkeerplaats niet voor campers. Dus parkeert Peter op een rotonde in de nabijgelegen woonwijk. Bepakt en bezakt komen de drie musketiers, Annelies, Erik en Wessel met de voorraad voor drie dagen terug. Terug naar de camping.

Het eten is weer heerlijk. Chapeaux koks. We chillen nog wat en genieten van het uitzicht over de vallei en de bergtoppen van Whistler. Binnen wordt gepest, met kaarten. We douchen in een rustieke houten douche, wel lekker warm water en gratis.

Morgen naar Vancouver.

Lieve groet.

Lillooet, stank.

De muggen waren gisteravond rijkelijk aanwezig. Zelfs Erik die als een heuse Toeareg gekleed in de stoel lag werd gestoken. Ondanks de warmte besluiten we unaniem om maar naar bed te gaan. Het is nog geen half tien en loeiwarm in de camper. Na een erg warme nacht waarbij alle ramen en de deur open stonden werden we vanmorgen bijna allemaal mopperend wakker. Die k.. muggen hadden toch nog openingen in de horren gevonden. Een aantal zat al voor de hor van de deur te wachten op hun ontbijt. Dat doen wij maar binnen. De temperatuur is aangenaam. Ook binnen. Na het ontbijt verlaten we met gezwinde spoed dit Walhalla voor muggen. We besluiten om de tanks niet te legen. Je moet op deze camping vijf CAD betalen voor het dumpen van het afvalwater. Dat vinden we zonde. Het toilet gebruiken we toch niet en afwassen is voor later. Het begin van deze dag is niet geweldig. Eerst de muggen en nu lijkt het wel of we in een rijdende Dixie zitten die twee weken niet gelucht is. Wat een stank. En geen dumpstation te bekennen. Hoewel we twee keer een bordje tegenkomen zien we niet het station waar we zo naar uitkijken. We proberen van alles om de stank te verminderen. Airco laag, hoog, uit, geen ventilatie, ramen open, maar niets helpt. Hoewel het bergop erger is dan bergaf. Maar ja dat is geen optie. Bij 108 mile ranch vinden we het beloofde Roadhouse niet.

Vanaf Lillooet vertrokken de goudzoekers noordwaarts. Na elke paar mijl stonden er roadhouses waar gegeten en geslapen kon worden. Ook konden er paarden gewisseld worden. Vandaar de namen van sommige plaatsen. 108 mile ranch ligt dus 108 mijl van Lillooet.

We passeren 100 Mile house en 70 Mile house. In Clinton stoppen we . En niet alleen vanwege de naam. Er is een museum dat ons aardig lijkt. Het is al zeker dertig graden, dus gaan we eerst in een coffee house aan de warme koffie. We vinden er zelfs Sipi falls bonen uit Oeganda. Die moeten we kopen. De uitbater vraagt welke maling we willen. Voor een cafétière zeggen wij. En hij gaat aan de slag. Uit verschillende soorten en smaken koffie bestellen we dubbele espresso, americano, caramel macchiato, chai latte en cappuccino. Het museum stelt niet heel veel voor en is gratis. De studentenkaarten voor niets meegenomen. Nog wel twee winkeltjes met curiosa bezocht.

Duco geniet van het besturen van de camper. De weg is afwisselend. Slingert zich door het heel qndere landschap dan de afgelopen dagen. Soms lijkt het op een maanlandschap. Vaak een spoorlijn of de Fraserrivier langszij. Geen spoor van een dumpstation. Wennen aan de stank doen we helaas niet. Wel kijken we er steeds naar uit als we bergaf rijden.

Hat creek ranch is meer van hetzelfde, een museum met historische gebouwen. We rijden verder. Hoewel de stank de eetlust niet bevordert, stoppen we bij een

camping aan een meer voor de lunch. In de schaduw is het nog te doen. We vluchten de camper uit en nemen plaats in de campeerstoeltjes. Omdat de camping geen receptie heeft en je je betaling cash in een envelop moet doen, verwachten we geen dumpstation. Helaas hebben we gelijk.

Het laatste stuk gaat over een prachtige weg die de loop van de Fraser rivier volgt. En de weg wordt weer gevolgd door een spoorlijn. Mooie vergezichten. Op enig moment komen de Bridge rivier en de Fraser rivier samen. De Bridge is helder blauw en de Fraser is bruin. Samen gaan ze als bruine rivier verder.

In Lillooet vinden we snel de gekozen camping, Cayooz creek campsite. We krijgen een plekje in de volle zon. Wel met elektriciteit en wateraansluiting en Wifi. De thermometer bij de receptie geeft 42 graden C aan. Eerst de strontbak geleegd. De Cayooz creek loopt langs de camping. Eerst de watermeloen geslacht. Al snel daarna bouwen we met zijn zessen een dam. Het water is fris, maar geeft heerlijk verkoeling. Wat een verademing. Geen muggen en geen Dixie. Het toiletgebouw is netjes en heeft gratis douches. De kok van de dag is Annelies en Peter is hulp/leerling. Bami is het enige wat op het menu staat. Heerlijk. Na de afwas gaat een ieder douchen. Later speelt de jeugd een spelletje kaart. De wijsheid drinkt een wijntje en geniet van de omgeving En van een prachtige heldere sterrennacht.

Foto's gepost

Genieten maar.

Barkerville

We konden er gisteren geen genoeg van. Dus staan we om half negen weer binnen bij de receptie van Barkerville. We hebben het Chinatown gedeelte nog niet gezien. En we willen om tien uur met de gids mee die in 75 minuten een rondleiding door het historische stadje voor gaat. Het blijft bijzonder om hier rond te lopen. 107 gebouwen zijn in originele staat de andere 43 gebouwen zijn nagemaakt. Op dit tijdstip (9 uur) is het al zeker 30 graden C. We slenteren wat tussen de gebouwen door. Er is nog niet veel volk op de been. We melden ons om 10 uur bij het paviljoen vanwaar de rondleiding start. Miss Bella, in hoepelrok en aanverwante kledij uit ongeveer 1860, heet de groep van een twintigtal personen welkom. Luid en duidelijk en met hier en daar een grap leidt ze ons op geanimeerde wijze door het stadje. We beginnen bij de kerk en via de school, een vroegtijdige B&B, de notaris, de kapper, het postkantoor, een hotel, een proviand winkel, diverse saloons, een advocatenkantoor, het gouvernements gebouw, het theater, de smederij en de drukkerij komen we bij de toegang tot het eerste Chinatown in Canada. Hier eindigt de meer dan interessante tour. We drinken koffie, chocolademelk en rootbeer in een saloon. 

We kijken nog bij de smid en gaan foto’s posten bij de weblog. Om half 12 verlaten we dit paradijs. Op naar lac la Hache. Via Wells rijden we terug naar Quesnel. Daar nemen we route 97 (Cariboo Highway) naar ons einddoel. In Williams Lake doen we boodschappen. Het landschap wordt vlakker, weide landschap met koeien en paarden ontvouwt zich voor onze ogen. Broer en zus brengen ons veilig naar de eindbestemming. We hebben ruime keuze uit campings. We kiezen er eentje in een bos met ruime plekken. Er is geen incheckbalie. De betaling wordt later aan huis opgehaald, we zoeken een mooi plekje in de buurt van het toiletgebouw. Helaas geen douche. Dan slaan we maar een keertje over. Niet erg met deze hitte....

De prachtige zalm die we gekocht hebben, wordt door Erik professioneel bereid op het houtvuur. Met assistenten Duco en Wessel komt er een heerlijke maaltijd op tafel. Gepofte aardappelen, zalm, broccoli, peentjes en aardappelsalade. De wijn maakt het geheel af. De afwas gebeurt bij de waterkraan. Opruimen doen we gezamenlijk. Wessel en Aniek doen een kruiswoordraadsel. De rest leest of Netflixt.

Morgen naar Lillooet.

Lieve groet.

Cultuurdag

We hebben deze nacht niet veel ervaren van onze lawaaiige buren. Heerlijk geslapen en geen van ons heeft het koud gehad. Sterker nog het was best warm. Na een warme douche voor 1 CAD (loony) genaamd en zonder ontbijt rijden we iets na negen uur de camping af. Eerst nog de afvalwatertanks geleegd. Bij de Willow rivier zetten we ons rijdende huis neer voor het ontbijt. Er staat en gedenkteken voor 8 jongens van 16 t/m 18 jaar, die bij een kano ongeval in 1974 omgekomen zijn. Indrukwekkend.

Het is weer een warme dag, zeker 30 graden C. In Prince George bezoeken we Exploration Place. Je mag echt alles aanraken. Ze hebben er opgezette dieren die hier voorkomen. Beren, wolven, geiten, bizons, lynx, cougar en nog veel meer. Lekker zacht. Ook dino skeletten. Er is een hoek waar het verleden van deze locatie verteld wordt. Een aardige gids doet zijn verhaal en vertelt ons hoe de indianen destijds verdreven zijn. De plek ligt op de locatie waar de Frazer rivier en de Nechako rivier samen komen. Zeer lucratief voor de pelshandel destijds. Een treinmaatschappij kocht, via bemiddeling van een priester, het land van de indianen. Die wilden eigenlijk niet verkopen, omdat ze er reeds sinds mensenheugenis woonden. Voor een tiende van de normale grondprijs werden de indianen opgelicht. Toen ze realiseerden dat ze beetgenomen waren was het te laat. De huizen werden in de brand gestoken en de indianen verjaagd naar een nabijgelegen reservaat. Daar moesten ze op voorspraak van de priester een katholieke kerk bouwen. Ze moesten hiervoor een deel van het geld dat ze “verdiend” hadden aanspreken. Natuurlijk geloofden ze in hun eigen goden. Later werd het terrein een golfbaan. Toen de Canadezen tot inkeer kwamen is het terrein omgetoverd tot een memorial. Nu kunnen alle Canadezen van dit terrein genieten. Het blijft echter een zwarte bladzij in de Canadese geschiedenis.

Op naar Quesnel. Daar tanken we en eten een hamburger bij de A&W. Pfff de zon maakt het aangenaam, maar toch zetten we de airco aan. De laatste 80 km gaan op en neer met flink wat bochten. Met zijn allen zien we een kleine zwarte beer de weg oversteken. Omdat aan de weg wordt gewerkt schiet het niet op. Des te langer kunnen we van de omgeving genieten. Na Wells komen we in Barkerville aan. Dit is een herbouwd goudzoekers plaatsje met wel 150 gebouwen. Woorden schieten tekort. Geweldig, geweldig, geweldig. Er lopen figuranten die rollen spelen en naspelen hoe bijvoorbeeld goud gevonden werd, of hoe het er op school toeging. Ook is er een theater waar voorstellingen gespeeld worden. We genieten alle zes zichtbaar.

Tegen zes uur checken we in voor de camping, dit moet bij de infobalie van Barkerville. Na een korte rit komen we bij Lowhee campsite. De nog steeds lekkere rabarbertijd verorberen we in het bijzijn van een overheerlijk bakkie koffie. Vervolgens moet de watermeloen er aan geloven. Super lekker met dit warme weer.

De koks van de dag, Erik en Annelies, zetten een eenvoudige doch voedzame maaltijd op tafel. Gekookte aardappelen, sla, witte bonen in tomatensaus en hamburgers van de gril. Later in de avond wordt er nog gekaart en filmpjes gekeken. Morgen weer naar Barkerville. Chinatown hebben we nog maar half bekeken.

Lieve groet.

British Columbia

Vandaag gaan we weer een tijdzone passeren. We verlaten Alberta en rijden British Columbia binnen. En dan gaat de klok een uur terug. De langste rit van de vakantie staat gepland: driehonderdtwintig km. Het plan is om bij mount Robson te ontbijten. Het einddoel zou Purden lake moeten zijn. We hebben echter niet gereserveerd. De ochtendwandeling naar het toiletgebouw slingert over een bospad langs ontwaakte en nog slapende gasten. De ene persoon heeft een dikke trui en en lange broek aan, de andere een korte broek en T-shirt. Het begint bijna een ritueel te worden. De oudjes als eerste op pad, gevolgd door de jongeren. Vandaag echter gooit Annelies roet in het eten. Ze blijft als laatste in de kooi. Na een bak koffie gaan we citroentjes fris op pad.

Duco is de chauffeur van de dag. Vrijwel meteen als we de Rockies verlaten wordt het aanmerkelijk rustiger op de weg. Het blijft onveranderd mooi. Hoge bergtoppen met sneeuw, heel veel naaldbomen (opvallend veel minder bruine naaldbomen) en helder blauwe riviertjes. Van uit de verte zien we mount Robson. Bij uitzondering zonder wolken om de top. Dit komt maar zelden voor. Dus we hebben weer geluk. Strak blauwe lucht en een aangename temperatuur. Als routiniers zetten we het ontbijt rap op rafel. Of komt het omdat iedereen best wel trek heeft om twintig over negen BC tijd. Zoals vaker moeten we voor de mooiste foto’s op Chinezen wachten. Annelies koopt voor Peter een houthakkers hoodie vest. On the road again. In McBride doen we de buurtsuper aan. Er loopt een Amish vrouw met twee kinderen. Voor ons heel bijzonder. We doen de broodnodige inkopen en rijden verder.

Onderweg zien de personen die niet slapen en naar buiten kijken een berenjong die de weg over wil steken. Als wij vlakbij zijn keert hij om en verdwijnt in het struikgewas. Een uurtje later loopt er een coyote in de berm. Een echt wow momentje. Ineens staan we bij de afslag Purden lake. We melden ons in het restaurant. Gelukkig, er is nog een plekje. De vrouw aan de balie blijkt twee ouders uit Nederland te hebben, vader uit Bergen en moeder uit Leiden, ze praat geen Nederlands en verstaat het een beetje. Achter haar staan een rij taarten. Zoals je ze in de Donald Duck ziet, maar nu niet door Katrien gebakken. Op advies kopen we een rabarber taart. Ons plaatsje is aan het meer. We hebben elektriciteit en water. Het is best warm, dus zodra de camper staat en aangesloten is gaan we te water. Wat is het leven toch goed. Na het zwemmen snijden we de taart aan. Donald Duck was maar een bofkont. De rabarbertaart is heerlijk. Een smetje op deze dag is de plek die we hebben naast erg luidruchtige buren. We maken van de gelegenheid gebruik om wat kleding te wassen. We wilden het de dames laten doen maar er staat een wasmachine. Binnen de kortste keren ligt overal rondom de camper wasgoed te drogen. En dan valt de stroom op de camping uit. Geen airco en die is nou net nodig voor de koks van de dag, Duco en Peter. Zij stellen het koken nog even uit, maar er is geen ontkomen aan. Zij doen meer dan hun best. Na een klein uurtje zweten staat de macaroni op tafel. Wat is het dan lekker buiten. De afwas is voor Wessel en Aniek. Tegen tien uur doet de prik het weer. De opladers worden aangesloten. Het kampvuur gaat aan met het meegenomen hout van Jasper. Hier moet je het kopen, dubbel plezier. Morgen op het gemaak naar Barkerville.

Lieve groet.

Whistlers Mountain

Het was nog even haasten vanmorgen. Het toiletgebouw is ruim tien minuten lopen. En omdat we in etappes gaan en de wekker op zeven uur stond werd het krap. Tijdens het ontbijt worden de pannenkoeken voorzien van ahorn siroop, jam of Nutella. Snel de afwas in de wasbak gelegd, alles zeevast en we vertrekken precies op tijd. Stevige schoenen en meerdere lagen kleding maken van ons serieuze wandelaars in de bergen. Hoeveel mensen passen er in een blik? Zoveel proppen ze er in een cabine van de kabelbaan. Omvallen is onmogelijk. In zeven en een halve minuten vliegen we naar boven. Om de top van Whistlers Mountain te bereiken moeten we vijfenveertig minuten klimmen. We nemen de minder steile maar wel langere route. Bijkomend voordeel is dat het erg rustig is. Al snel zien we een marmot van wel veertig cm. Niet veel later hebben we er wel zes gezien. Een enkele maakt een hoge schrille fluittoon. En dan volgt er een wedstrijd wie er het eerste in het veilige hol is. Boven op de top schieten we foto’s van de omgeving. Helaas hangt er, als gevolg van bosbranden, rook in het dal. De jongens lopen nog een top verder. De rest verkiest een sneeuwveld. Op de weg terug maken Peter en Duco nog foto’s van een klif.

Terug bij de kabelbaan wordt eerst de wc druk bezocht. Als haringen in een ton dalen we de berg af. Bij Starbucks bestellen we bij het dalstation lekkere koffie en dito ijsthee. De pannenkoeken worden met smaak verorberd.

Met de camper rijden we naar Jasper. Om het ziekenhuis(je) te bezoeken. Annelies is al een paar dagen doof aan haar linker oor. Voor haar en ons in mindere mate, heel vervelend. In het ziekenhuis adviseren ze haar om naar de naastgelegen dokterspost te gaan. Het ziekenhuis kost 870 CAD, daar komt dan de kosten voor de arts nog bij. De dokterspost kost all in 150 CAD. Makkelijke keus. De afspraak staat om 15:05 uur. We hebben dus nog even, want het is nu net 13:00 uur. We lopen door Jasper en treffen de kinderen bij een Wifi hotspot. Na wachten en wachten komt het verlossende woord, verstopte buis van Eustachius. Medicatie bij de apotheek halen. In de tussentijd nog een hoodie voor Annelies gekocht. Een kort buitje met wat donder en bliksem zorgt voor een beetje afkoeling.

Terug op de camping moeten we langs het dumpstation. Water tanken en vuil water lozen. We rijden nog langs marmot meadow. Volop actie. Een grappig gezicht om de kleine diertjes te zien eten, rennen en spelen. Terug bij onze plek blijken de stoeltjes nat en dat merkt Peter als eerste. Gevolg een meer dan natte broek. “Dat krijg je er van als je niet nadenkt”, hoort hij zijn moeder zeggen. We puzzelen en lezen dat het een lieve lust is. Na een uurtje relaxen rijden we weer naar Jasper. De Chinees, die tegenover het station zijn restaurant heeft, staat ons reeds op te wachten. We worden naar een ronde tafel met draaiplateau gedirigeerd. We bestellen een pot Chinese thee en ijsthee. Ons menu bestaat uit een aantal gerechten. Het menu voor zes personen, zo staat het op de kaart. Laat dat nou precies voor ons geschikt zijn. Toeval bestaat niet. Het smaakt weer anders dan in China en Nederland. Heerlijk. Ausgezeichnet zou een Duitser zeggen. Op de weg terug scoren de jongeren nog een ijsje bij Grandma’s. Via een voetgangerstunnel lopen we naar camperparkeerplaats. Helaas geen wild te zien. Of vallen muggen ook onder wild? Dan hebben we heel veel wild rond onze camper. Na een wijntje, boekje en puzzeltje haakt de een na de ander af.

Lieve groet.

Jasper

Nee niet de jongensnaam, maar een leuk plaatsje in de Rocky Mountains. Als we wakker worden staat de zon al aan de hemel te schijnen. Langzaam ontstaat er leven in de camper. De oudjes nemen het voortouw. Dan volgen in willekeurige volgorde de kinderen. Terwijl de jeugd gaat douchen maken de belangrijkste reizigers de camper weer reisklaar. Al voor het ontbijt verlaten we de camping. Het ontbijt nuttigen we aan de oever van Bow lake. We zijn inmiddels Hector lake, dat er bij ligt als een spiegel, reeds gepasseerd.

We genieten van een ontbijt met lake view. Het is lekker warm. De lucht is blauw. Op naar de volgende stopplaats, Peyto lake. Het pad er naar toe is af en toe erg steil. De afstand is slechts tien minuten en dat is goed te doen, ondanks de spierpijn die sommigen van het gezelschap ervaren. De turquoise kleur geeft het meer een schitterende aanblik. We maken een praatje met een Amerikaans echtpaar, waarvan de vrouw half Nederlands is. Haar vader heet De Groot en kwam uit Friesland. “Die staan toch bekend als koppig?”, vraagt ze. Dit wordt door ons bevestigd. “You see it is in the genes”, zegt ze met een grote glimlach tegen haar man. We wensen elkaar een fijne vakantie en vervolgen onze reis.

Dan volgt een teleurstelling. Mistaya canyon is gesloten. Werkzaamheden. Maar niet getreurd er is genoeg te zien. We sturen ons huis op wielen gewoon naar de volgende mooie plek op aarde. We rijden langs een vlakte met een meanderende turquoise gekleurde rivier. Het zijn nu een aantal kleine stroompjes, die ongetwijfeld aan kunnen zwellen tot één brede rivier. We stoppen bij Columbia Icefield. Dit is het grootste ijsveld in de Rockies. Maar liefst acht gletsjes vinden hier hun oorsprong. Het ijs is hier meer dan driehonderd meter dik. De weg sneed honderd jaar geleden dwars door de Athabasca gletsjer. Nu moeten we vijftien minuten klimmen om in de buurt van de voet van de gletsjer te komen. Halverwege komen we een bordje tegen waarop staat dat de gletsjer hier in 1982 eindigde. Wij lopen door. Gelukkig zijn we, ondanks het mooie weer, warm aangekleed. De wind die over de gletsjer waait is koud. Je wordt wel een beetje triest om lijfelijk te aanschouwen dat de gletsjer zich steeds verder terugtrekt.

Als we weer onderweg zijn, spotten we twee sneeuwgeiten. Nou ja wij, er staan behoorlijk wat auto’s op de vluchtstrook en op de weg. Dan is er iets te zien. En jawel, wij zien ze ook. We zoeven verder tussen de vele naaldbomen aan weerskanten van de weg. Er staan heel veel bruine naaldbomen in het landschap. Een minuskule kever doet zich tegoed aan de bomen, die dit avontuur niet overleven. Later horen we dat 60% is aangetast. De kevers verplaatsen zich door de lucht, op de wind. Ineens doemen borden met Sunwapta falls 1 km op. Wederom een goede reden om te stoppen. De zonnestralen doen zich te goed aan onze blanke huid. Een korte wandeling brengt ons bij de fotogenieke waterval. Via een pad langs een klif kom je aan het eind van de kloof, alwaar de rivier breder en rustiger wordt.

Niet veel verder het volgende bord, Athabasca falls. Hier valt het water over kwartsgesteente in een nauwe kloof. De snelheid van het water met fijn zand dat werkt als schuurpapier, heeft het gesteente uitgesleten. Aldoende zijn prachtige potholes ontstaan. Er loopt een pad door de oude loop van de rivier. Heel indrukwekkend.

Dan nog de laatste 30 km te rijden. Duco en Wessel herkennen bepaalde plekken van 5 jaar geleden, toen wij hier ook reden. Peter stelt voor om meteen naar de kabelbaan te rijden om kaartjes voor morgen te kopen. Het is erg druk op de parkeerplaats. Hulptroepen gaan op jacht naar kaartjes. Gelukt, om 5 minuten na negen gaat onze kabelbaan. Dan loopt het inmiddels tegen vijf uur. We melden ons bij de ingang. Helaas hebben we een plek zonder water, afvoer, elektriciteit en een vuurplaats. Wat moeten we nu doen? Gelukkig staat er wel de oude vertrouwde picknicktafel. We genieten van de zon en minder van de volop aanwezige muggen. Zij genieten wel van ons. Met hulp zet Annelies een copieus diner op tafel, bonenschotel met in stukken gesneden hamburger. Tijdens het uitbuiken wordt er in puzzelboekjes de taalkennis opgehaald, Duco leest in de biografie van Johnny Cash. Erik bakt pannenkoeken voor morgen.

Als de pannenkoeken gebakken zijn, nog even snel afwassen en op naar Jasper. We moeten een paar boodschappen hebben en Wifi. Als we net de weg opdraaien staan er wederom een aantal mede weggebruikers stil. Deze keer zijn het een zestal rendieren. Echt rendieren kun je het niet noemen. Ze staan stil en laten zich gewillig door de toeristen fotograferen. Na de boodschappen en het uitgebreide Wifi gebruik kopen we nog een ijsje. Nou ja ijsje, degene die twee bollen besteld hadden kregen een halve liter bak ijs op hun hoorn. Heerlijk, maar wel een beetje veel. Als we de weg naar de camping opdraaien steken er wel 7 rendieren met jong over. Hoe bijzonder. Na weer een heel bijzondere dag gaan we de kooien opzoeken.

Lieve groet.