duwawa.reismee.nl

Laatste vakantiedag

Des nachts gaat ineens hier en daar het licht in de camper aan?!?! Het wonder is geschied. Er is weer elektriciteit. Lichten uit en verder slapen. Tot kwart voor 6, want dan klinkt er muziek. Zou de radio ook behekst zijn. Maar nee, de reden is eenvoudiger. Het zwembad is open en onder genot van muziek worden de afdekmatten opgerold en de baantjes getrokken. We soezen nog een half uurtje en lopen naar het toiletgebouw van de camping. Zonder ontbijt, maar na koffie rijden we de overflow plek af. Op naar Banff. Duco rijdt. De weg begint bochtig en gaat omhoog en omlaag, altijd begeleid door een rivier en een spoorlijn. Dan weer links en dan weer rechts. Bij Lake Louis komen we weer op bekend terrein. We nemen weer de Bow valley parkway in de hoop nog wild te zien. Meer dan muizen en eekhoorns zien we niet. En we doen echt ons best.

In Banff aangekomen vinden we snel een parkeerplaats voor de camper. Vroeg opstaan loont. Eerst lunchen bij Eggsmart. Uiteraard eieren of pancakes. We kopen wat souvenirs een genieten van al het aangebodene in de kerstwinkel. Dan nog naar Bowfalls en het Fairmont hotel. Nu het laatste stuk van onze vakantie. Op naar Susila, Paul, Shamila en Kristina. Als we er om half 5 aankomen staan ze ons reeds op te wachten. We frissen ons op en rijden naar Chinatown. Hier is een super goede Chinees gevestigd. Daar eten we verrukkelijk. Terug bij het huis van de Canadese van Duijnen wordt het tijd om de camper leeg te ruimen. Ons huis voor bijna 3 weken. En wat je dan allemaal tegenkomt... Alle koffers wegen minder dan 23 kg. Het is warm in de camper. Dus we slepen matrassen in huize van Duijn. Morgen eerst de camper inleveren en dan naar Calgary. De wawa’s willen toch iets van het centrum zien. Om 18:20 uur vliegen we naar Londen. Na een overstap zijn we overmorgen weer in Amsterdam.

Lieve groet

Niet naar Canyon Hotsprings

Omdat we een nacht langer in Kelowna gebleven zijn moeten we het reisschema aanpassen. We gaan wel naar Canyon Hotsprings, maar alleen er te zwemmen in het water van 40 graden C. Het tweede bad, het koude bad, is 32 graden C. De buitentemperatuur is gelukkig lager, 24 graden. Een feest van herkenning. Na een uur en een ijsje reizen we verder naar Golden. Via mail dachten we een plekje gereserveerd te hebben. Helaas. De laatste email die we te laat lezen vroeg om een bevestiging. Dus bij aankomst blijkt de camping vol te zijn. Wat een teleurstelling. Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Er is een overflow achter het zwembad, aan de overkant van de weg. We kunnen dan gebruik maken van de faciliteiten van de camping. Op de parkeerplaats staan al twee campers. Wij zoeken een plekje in de schaduw en zetten de stoeltjes buiten. Dan is het tijd om de generator en de airco aan te zetten. Helaas. Na wat geknetter is het over. Alle elektriciteit valt uit. Ook met gestarte motor start de generator niet. Erik belt de camperverhuurder. Een bandje ingesproken en wachten maar. Erik en Peter en later Erik allen doen hun best, maar het blijft ijdele hoop. We zijn niet voor elektriciëns in de wieg gelegd. Dus toch het juiste beroep gekozen.

Helaas is en blijft het warm in de camper. Na het eten van de eerste restjes gaan we bij de ingang van een sporthal de accu’s opladen van onze onmisbare apparaten. En maken dan meteen gebruik van het internet. Het naastgelegen zwembad zorgt voor muzikale ondersteuning.

Als we naar bed gaan stopt ook de muziek. Slapen duurt wat langer. Het is echt warm in de rijdende hut. Maar uiteindelijk vallen we allemaal in slaap. We willen morgen via Banff naar Langdon. En op tijd in Banff want het is er altijd druk en dan is zoeken naar een parkeerplek voor de RV als zoeken naar een speld in een hooiberg. De wekker staat op kwart over 6, want we willen niet te laat in Banff en zeker niet te laat in Langdon aankomen. Want we gaan met zijn tienen naar een echte Chinees om te eten.

Lieve groet.

Nog een dag Kelowna.

Als eerste staat Peter op. Op zoek naar het toiletgebouw loopt hij de beheerder tegen het lijf. Hij vraagt of ik iets zoek. Aan mijn handdoek en M&M toilettas moet hij dat kunnen raden. Hij vraagt of we laat aangekomen zijn. Hij was op ronde om eventuele nieuwe gasten te ontdekken. Hij had meteen beet. Het is een vriendelijke man en we praten wat. Hij gaat verder op ronde en ik ga toilet maken. Mooi goed onderhouden en nog schoon ook. En dan bedoel ik het sanitair. Fris en fruitig ga ik terug naar de familie. Na rijp beraad, besluiten we om een dag langer in Kelowna te blijven. We willen graag de fiets tocht door Myra canyon te maken. En nog zwemmen in het reusachtige meer. 

De camping staat vol met perzikbomen. Overal liggen perziken op de grond. Ze zijn heerlijk zoet. En als je ze bij de beheerder koopt zijn ze 0,50 CAD per pond. Na het ontbijt koppelen we elektriciteit, water en afvoer af. Na advies van de beheerder rijden we naar Myra canyon. De laatste 8 km gaan steil omhoog via een steenslagweg. Er staan al een aantal voertuigen. En de zon is er natuurlijk ook. Water, fruit, zonnebrand, petje en camera mee. We huren 6 ATB’s en rijden naar het startpunt. Een geel hek, zoals verteld door een Nederlandse die de verhuur doet. Het pad gaat over een oude spoorweg, de Kettle Railroad. We passeren 8 bruggen over diepe ravijnen en 2 tunnels door graniet. De route is 11 km lang. Bordjes geven informatie over het ontstaan van de spoorlijn en de brand die in 2003 een deel van de houten bruggen verwoestte. Onderweg komen we nog een slangetje tegen. Wandelaars en fietsers doe zich tegoed aan het redelijk vlakke pad. Een knap stuk werk om in dit woeste gebied een redelijk vlakke spoorlijn aan te leggen. Jammer dat de rails verwijderd is. Bij het tweede gele hek aangekomen nuttigen we het kostelijke fruit en drinken water. Op de terugweg zien we dezelfde fietster op de zelfde plek naast dezelfde fiets op de grond zitten. Met nog steeds dezelfde track assistent naast haar. Wij zouden een ambulance bellen, zeiden we nog tegen elkaar. Niet veel later komt ons een auto tegemoet. Later zien we een ambulance staan bij het eerste gele hek. Wij komen er zonder kleerscheuren en met helm aan. We maken nog een praatje met een Canadees die in de buurt woont. We vragen hem naar een wijngaard die hij zou aanbevelen om te bezoeken. Vibrant Vine wordt ons aanbevolen. En dat komt goed uit. Op de terugweg naar de camping komen we er langs. 

Duco gaat nog op jacht naar een Pokemon, voor vrienden. Bij de entree krijgen we een soort 3D brillen. De etiketten zijn zeer kleurrijk en doen het met diepte als de brillen opgezet zijn. We doen een wijnproeverij. Vijf beetjes wijn naar keuze. Met prachtige namen als: Dragon, Woops, Phoenix, Pino Grigio, Phantom. Verder was er rosĂ©, sparkling rosĂ©, classic sparkling, gewĂĽrztraminer, muscat en ijswijn. Je mocht er vijf kiezen. De ijswijn was de afsluiter. Bij aanschaf van een fles wijn kreeg je de 6 CAD van de proeverij retour. In de tuin was levende muziek. We snacken er wat van de Snack Shack. Wel in de schaduw, want het is warm. Als Annelies in slaap valt besluiten we naar het strand te gaan. 

We parkeren redelijk in de buurt. Vlak bij Hiawatha RV park. Daar hebben De van Duijnen 5 jaar geleden gestaan. Er is een zandstrandje met een grasveldje. Het water is lekker op temperatuur. En zeer geschikt voor Peter, je kunt wel 100 m ver lopen en je stond nog tot je middel in het water. We koelen af en rijden naar de camping. Een echt Hollandse maaltijd komt op tafel. We kunnen vast wennen, over 3 nachtjes zit het er weer op. Nog een uurtje chillen en weer maffen. Morgen naar Canyon hotspring.

Lieve groet.

West Kelowna

Broer Paul had een bericht gestuurd of we om 1 uur in West Kelowna kunnen zijn. Hij heeft een speedboot met tube gehuurd vanaf 2 uur. We gaan ons best doen. Wel slapen we een keertje uit. Om kwart voor tien rijden we de weg op. Ruim 250 km voor de wielen. Duco is de chauffeur van de dag. We raken er maar niet aan gewend. Wegen breed en glooiend. Schitterende vergezichten. Kortom genieten. Om half 1 rijden we West Kelowna in. We kopen fruit bij een boomgaard in de stad.. De toegang is net te smal, zelfs Duco komt er niet schadevrij langs. Het stikt hier van de boomgaarden en fruitstalletjes. Ook druiven worden hier verbouwd. En zijn er dus wijnhuizen. Dan nog een snelle lunch bij de A&W. Precies op tijd zijn we op de afgesproken plaats.

Niet veel later treffen we Paul met truck en Shamila. We brengen de camper naar een parking en laden alles en iedereen uit aan de waterkant, alwaar Susila en Kristina al geïnstalleerd zijn. De grote broers regelen de boot en een andere tube dan het kleine baby ding dat eerst geleverd werd. Om half 3 gaat de boot te water. Het feest kan beginnen. In wisselende samenstellingen nemen we in drietallen plaats op de tube. Eerst gaat Shamila en gooit voor de zekerheid haar armbandje naar Peter. Die kan niet vangen en het armbandje valt te water en zinkt. Even tevoren had Erik bijna de bril van Peter’s neus gestoten. Af en toe vallen er een paar durfals van de tube. Wessel valt daarbij op Duco’s neus. Soms gaat het er wild aan toe. De boot stuitert dan wild op de golven en de tube volgt. De boot is voor 7 personen. Susila en Annelies zijn geen liefhebbers en blijven op het strandje relaxen. Na een uurtje wil Shamila aan wal en stappen de dames aan boord. Ze willen wel op de tube, maar niet te hard. En dat laat Peter zich geen twee keer zeggen. Hij neemt het roer over van bravoure Paultje en laat de dames ontspannen genieten. Nadat ze weer aan wal gaan stapt Shamila weer aan boord. Bij een volgende wisseling op de tube stoot Erik de bril nu wel van de neus van Peter. Blubblubblub, weg bril. En dat is vervelend. Gelukkig heeft hij zijn veiligheidsbril van het werk meegenomen. Weer veilig aan wal is er de hoofdpijn. Een Advil en zonnebril met correctieglazen helpen. De boot wordt opgehaald evenals de camper. We rijden naar een restaurant, Original Joe’s, alwaar we met zijn tienen het avondmaal verorberen.

We nemen innig afscheid voor een paar dagen. Dan op naar de camping in Kelowna, 25 km verder. Het is inmiddels donker en kwart voor tien. Omdat we de reserveringen ergens hebben laten liggen en Peter alleen weet dat het iets met “orchard” in de naam is gaan we op zoek. Heb je enig idee hoeveel campings met “orchard” er zijn in Kelowna. Veel! Bij de derde is het inmiddels kwart voor 11 en de receptie is dicht. We zien op een bord welcome bij de ingang: Peter van Duijn. Opgelucht en moe zoekt Duco in het donker het plekje. Parkeert de camper als een professional. Erik en Peter drinken nog een biertje. De rest gaat slapen. Het is warm en Wessel, die in het vooronder slaapt heeft het erg warm. Hij gaat zelfs nog een uur buiten zitten.

Morgen naar Canyon Creek. Lieve groet.

Herkansing

Herkansing.

Al vroeg uit de veren. Het doet bijna pijn als de wekker om kwart voor zes de rust in de camping verstoort. Maar ja, wie walvissen wil spotten om half negen moet op tijd de reis naar Granville eiland aanvangen. En de camper mag weer mee. We parkeren bij hij het BC stadion, want daar is een grote parkeerplaats. Hiervandaan nemen we twee taxi’s. In de markthal kopen we een aanvulling op de gesmeerde broodjes en koffie. Keurig op tijd melden we ons het is minder druk dan eergisteren. We gaan met een semi-open boot. Het blijkt een boot met 4 stoelen buiten en 30 stoelen binnen te zijn. Wij hebben de 4 stoelen buiten. Dus 4 pakken. Annelies en Peter zitten binnen. Op tijd vertrekt kapitein Rodrigo en de walvisspecialiste Sally. Het is prachtig weer en er staat geen wind. Met enige scepsis verlaten we de haven. Zou het vandaag wel lukken? Of is de kans nihil dat je in deze tijd van het jaar walvissen kunt zien en word je bedonderd?

Ons wordt verteld dat er orka’s bij de San Juan eilanden gesignaleerd zijn. Dit is op de grens met Amerika. Wel eerst ruim een uur over het water racen. Na 45 minuten varen wordt het ineens heel mistig. Zou het dan weer niet lukken? Kapitein Zeepsop neemt iets gas terug en vaart gestaag verder. Wij turen in de mist. Sally verzekert ons dat er echt orka’s moeten zijn. Dus blijven zoeken. Na weer een half uur geven we de moed op. De mist trekt op en we varen naar een rotspartij in het water. Daar zit een visarend op een tak. Ook liggen er een aantal zeehonden in het water en op de rotsen. Beter iets dan niets gezien. We dobberen nog wat in de rondte en dan krijgt onze kapitein bericht. Op tien minuten varen zijn er orka’s gesignaleerd. We keren om en varen naar de betreffende locatie. Onderweg worden we ingehaald door drie nog snellere boten. Het doet Peter een beetje denken aan een safari. Als er leeuwen gespot zijn wordt dit met andere gidsen gedeeld en rijdt iedereen naar de locatie. Onderweg vertelt Sally de regels opgelegd door de overheid. Op 100 m afstand blijven. Niet voor of achter, maar naast de orka’s varen. Maximaal een uur blijven. Aan de horizon doemen wel 10 boten op. De orka’s laten nog op zich wachten. En ja hoor daar zien we de eerste rugvinnen. Toch heel bijzonder. Het zijn zelfs twee groepen. Een groep bestaat uit twee tot vier orka’s. We zien er maar liefst acht. De grote vissen zijn aan het foerageren. Na een half uur gaan we verder. Dit omdat er zoveel boten liggen. Opgelucht en bijna euforisch leggen we weer aan bij Granville eiland. Met taxi’s naar de camper en op weg naar Hope.

Duco wil nog wel langs een Hardrock café in Vancouver. Het ligt op route en blijkt een Hardrock casino te zijn. Hij koopt een shirtje en we rijden verder. Wessel wil fort Langley na vijf jaar nog wel een keer zien. We komen er 45 minuten voor sluitingstijd aan. Met onze nationale parken pas gratis naar binnen. Er is veel te doen. Er staan tenten op het grote grasveld van het ompaalde fort dat dienst deed voor pelshandel. In en om de tenten is veel te doen. Je ziet pelsjagers, naaisters, koks, soldaten, handelaren en nog veel meer. We rennen langs de gebouwen en tenten. Toch een indruk gekregen. Op officiële wijze, met het strijken van de vlag en een lied, wordt het einde van de dag ingewijd. Achter een doedelzakspeler aan lopen we naar de uitgang van het park. Verder naar Hope.

De weg stijgt en daalt door een prachtig wisselend landschap. Soms heel veel bomen, dan weer kaal geslepen bergen, dan weer een rustig kabbelend beekje of een brede rivier. Buiten Hope hebben we gisteren een camping bij de 5 Othello tunnels gereserveerd. De tunnels zijn uitgehakt in graniet, voor de aanleg van een spoorlijn. Willen we morgen naar toe lopen. Het laatste stuk naar de camping regent het. De tweede keer deze vakantie dat we een buitje hebben. Als we net ingecheckt hebben, bij een alleraardigst hillbilly echtpaar, stopt het weer met regenen. Othello tunnels rv campsite is een kleine gedateerde camping. We staan naast een bouwval van een camper met overal rommel. Het lijkt de uitdragerij van malle Pietje wel. Het toiletgebouw is netjes. Om morgen uit te slapen gaan we na het eten te voet naar de tunnels. Alleen Erik blijft achter. Hij past op de camper.

Het is ruim een uur lopen. Als we op pad gaan is het half negen en de zon heeft zijn beste tijd gehad. We nemen zaklampen mee. Na twintig minuten begint het. Door een bos lopen we naar de eerste tunnel. Een wilde rivier is nooit ver bij ons vandaan. We steken de hem twee keer over. Gaande het pad passeren we de ene tunnel na de andere. Het wordt almaar donkerder. Als we na een mooie tocht om kwart voor tien bij de camper arriveren is het donker en slaapt Erik. We drinken nog wat en gaan ook de koffer in. Morgen naar de Canadese tak van de familie Van Duijn, in Kelowna.

Lieve groet.

Vancouver, Capilano en fietsen

Op een half uurtje rijden ligt een oud bos, waarin een attractie park is aangelegd. We zijn vroeg, want Peter, Duco en Wessel weten uit ervaring dat er weinig parkeerplek is en de wachhtijden bij de verschillende onderdelen erg op kunnen lopen. We ontbijten op de parkeerplaats, waar de betaalautomaat nog wakker moet worden. Maar uiteindelijk hebben we een parkeerkaart voor 6 CAD. Er is nog bijna niemand. Vroeg opstaan heeft ook voordelen. Dan eerst maar naar de klifwalk. Een houten constructie voert je boven de vallei. Mooi uitzicht en veel informatie over het water, de rotsen en de bomen. Ook de samenhang komt aan bod. Heel interessant. Dan naar de hangbrug. Deze is een stuk instabieler dan die in Whistler. Toch loopt Aniek er dapper overheen. Gevolgd door de rest van de bende. Aan de overkant meer info. Dit keer over het regenwoud. Via een route in de bomen wordt de informatie je aangereikt. De bomen zijn verbonden met hangbruggen. Leerzaam en leuk om te doen. Na een welverdiende kop koffie aanvaarden we de reis naar Vancouver. Maar eerst nog even de totempalen bewonderd.

Via de Lions Gate brug rijden we door het Stanleypark. We parkeren de camper na enig zoeken op een parking. Lopen naar de fietsenverhuur en stappen op de fiets. Een tandem voor de oudjes en gewone stadsfietsen voor de jeugd. We doen een rondje Stanleypark. Daarna fietsen we dor naar Chinatown. Iets te overmoedig wil Peter toch de helling naar de Burrardbrug op fietsen. Ongekende krachten zorgen ervoor dat de ketting breekt. Helaas is het de ketting die het achterwiel aandrijft. Gelukkig geen gewonden. Een belletje naar de fietsverhuur zorgt ervoor dat vrij snel een nieuwe tandem gebracht wordt. Te paard en weer verder. Maar van deze tandem doen slechts de helft van de versnellingen het. De eerste vier. Chinatown valt tegen. Veel armoe. Dronken mensen, zwervers, stank en armoe. Af en toe mooie gebouwen. Dan is Gastown een stuk leuker. We stoppen bij Gassy Jack en de stoomklok. Dan rijden we terug naar de fietsverhuur. De klachten worden verzacht met een korting van 27 CAD. Met de camper terug. Onderweg nog propaan getankt en bier gekocht. Erik gaat nog flipperen, Annelies doet de was en Peter de rest.

Aniek en Duco koken. Lekker als altijd. Morgen een herkansing met de walvissen en op weg naar Hope. Peter heeft er geen hoop op dat we walvissen gaan zien. Welterusten.

Lieve groet.

Vancouver, walvissen

Het eten was gisteravond weer verrukkuluk. Daarna genieten van het internet. En nog even een plons in het zwembad en de hottub. Goed voor de rug van Erik. Daar gaat het. Gelukkig steeds beter mee. Peter miste inspiratie voor een verslag over Vancouver. Dus dat volgt een dag later. 

Vandaag is de dag van het walvissen spotten. We moesten voor de verandering vroeg uit de veren. De boot vertrekt om 9 uur. We moeten 45 minuten voor aanvang aanwezig zijn. En het is een uur reizen. De wekker staat op kwart over 6. 

Voor lunch moeten we zelf zorgen. Die scoren we op Granville Island in de markthal. Al met al moeten we om 7 uur vertrekken. We nemen de skytrain naar Yaletown, lopen naar een pontje dat ons overzet naar Granville Island. Snel een aanvulling op de gesmeerde boterhammen gescoord. Keuze te over in de markthal. Dan het laatste stukje lopen naar Wild Whales Vancouver. De ruimte staat al redelijk vol met mensen, die allemaal dikke oranje/rode dikke overalls aantrekken. Wij krijgen van Rob ook zo een soort overlevingspak aangemeten. Plastic zakken voor de bagage en op naar de boot. We zijn met een groep van 32 enthousiaste toeristen. Na een korte uitleg van de kapitein varen we uit. 

De snelle open boot geeft gas zodra onder de brug door zijn. De teller geeft 35 knopen aan. Maar dat zegt ons niets. Het gaat hard. We varen het estuarium in richting Squamish. Af en toe stoppen we om te luisteren en kijken. Helaas. Na ruim 4 uur varen, met slechts een paar zeezieke kinderen, keren we onverrichter zaken terug. We hebben een paar vogels en zeehonden gezien. Maar die zagen we ook al in de haven. We balen enigszins. Maar....., we krijgen een voucher voor een herkansing. Meteen maar geboekt voor overmorgen. Dan vertrekken we om half 9, dus nog eerder op pad. 

We nemen nu de kans waar om meer kennis te maken met de markthal. We spreken 45 minuten later aan de waterkant af. Daar is een nieuwe versie van Houdini aan het werkt. Hij is erg lang van stof. Dus we zien alleen het deel waar figuranten hem in de boeien slaan. Duco wil naar kaartenwinkel in Richmond. Een wijk van Vancouver. Een van de mannen aan de balie van de camping gaf Duco dit adres. Toch nog een uurtje reizen met openbaar vervoer. Dan komt een dagkaart goed van pas. Aniek, Annelies en Peter gaan mee. Erik en Wessel gaan liever naar Gastown en de uitkijktoren van het havenbedrijf. De terugreis van de kaartenwinkel duurt iets langer. Dat komt niet door het gewicht van de aanschaf, maar doordat we eerst bij de verkeerde bushalte staan en dan komt er een volle bus voorbij. Uiteindelijk appen we de andere jongens dat we onderweg wat eten en dat zij dat ook maar moeten doen. 

Wat een verrassing als we het vertrouwde food court binnen lopen. Erik en Wessel staan net te pinnen. Helaas is dat niet om ons te trakteren. Wessel heeft nog wel schoenen bij Hudson’s Bay gekocht. Met een pas op huisadres van zijn oom Paul in Calgary krijgt hij extra korting. 

We eten allemaal iets anders aan dezelfde tafel. En dan naar de camping terug. Op de hoek is een Costco. Wij dachten een supermarkt, dus lopen naar binnen. Helaas het is een soort Makro. En zonder pas niet naar binnen. Maar.... met een handgeschreven ontheffing op het visitekaartje van de uitermate vriendelijke manager èn de belofte dat we cash betalen, mogen we naar binnen. We kopen een zak broodjes en twee bakken muffins. Bij de kassa moet de assistent manager er nog even aan te pas komen. Maar het komt goed. We hebben ontbijt. 

Moe maar voldoen verdwijnt de een na de ander tussen de lakens. Welterusten. Morgen naar Capilano. 

Lieve groet.

Vancouver.

De dag begint slecht . De douches zijn nog steeds lekker en het weer is ook ok. Maar na het ontbijt, als iedereen schoenen aandoet, water pakt en zich voorbereidt op de tocht naar boven met de gondel, dan....gaat Erik door zijn rug. Zonder enige inspanning, anders dan iets willen pakken, hoort hij een harde knap en suist het tussen zijn oren. De pijn is heftig. Hij gaat niet mee de berg op. Heel spijtig. We parkeren de camper op de grote parking. Erik blijft achter. Het is half 10. Het plan is om rond half 1 terug te zijn. Onder aan de kabelbaan kunnen we Erik’s kaartje nog te gelde maken. Overal zien we mountainbikers met volle bepakking. Het lijken wel robots. Ook de helm ontbreekt niet. Wij gaan met 6 persoons bakjes naar boven de fietsers met een stoeltjeslift. Om en om stoeltjes voor 4 personen en dan een bak voor 4 fietsen. Waar je ook kijkt overal zie je de mountainbikers. Jong en oud, bejaard en piep.

Bij de ingang zien we al dat de Peak 2 Peak buiten bedrijf is. Jammer maar helaas. Dat betekent dat de verbinding tussen twee toppen buiten bedrijf is. Maar er blijft genoeg over. Wij nemen de cabine lift. Dalen af naar het startpunt van de stoeltjeslift die nog hoger gaat. Om uit te komen bij een hangbrug. Het uitzicht is fantastisch. Ook Aniek gaat dapper de hangbrug over. Zo staan we met 5 in plaats van de gebruikelijke 6 personen aan de overkant van de hangbrug. Onderweg passeren we klagende, bibberende en overmatig transpirerende personen. Bruine broeken of gele sporen zien we niet. De kinderen bellen met het thuisfront. Als we genoeg gezien hebben aanvaarden we de reis naar beneden, naar Erik.

Nu zijn wij bezweet, maar dat komt door de heerlijke temperatuur. Met Erik gaat het niet echt beter. Hij ligt languit op de bank. Duco grijpt het stuur en we vertrekken naar Vancouver. De weg is wederom erg mooi. Langs rivieren en meertjes. Voor Squamish gooien we nog maar eens 130 liter benzine in de tank. Kost bijna 130 euro. Bij een meer nuttigen we de lunch. Erik heeft enige baat bij de medicijnen en strekt de benen. We vervolgen route 99. Als zorgzame vader moet ik toch even kwijt dat het lijkt dat de bestuurder iets te hard rijdt en iets te weinig afstand houdt. Het is nogal geen massa zo een camper van ruim 10 m. Maar eerlijk is eerlijk hij doet het goed. Ruim 20 km voor Vancouver begint de file. We slaan ons er kranig doorheen. Aniek heeft de route gedownload en loodst ons keurig door de stad. De camping is helemaal top. Ondanks het feit dat het een stadscamping is zijn de plekjes keurig afgeschermd met groen. We hebben alle aansluitingen. Er is een zwembad en er zijn schone, nette douches en wc’s. Erik laat alweer van zich horen. En dan gaat het beter.

We relaxen een half uurtje en gaan gaan dan met een soort metro zonder bestuurder naar het waterfront. Even de stad proeven. Met een half uurtje lopen we langs de waterkant.